Waarom ik stop met stofzuigen
Geduw, getrek en gesjouw om dat gevaarte uit de kast te krijgen, dan enorm gedoe om de slang in de stang te krijgen en vervolgens bijkans een koortsaanval na een rondje net-niet gestruikel door de huiskamer: de stofzuiger en ik zijn geen vrienden en zullen dat nooit worden.
Oké, ik ken niemand die een rondje stofzuigen bovenaan z’n hobbylijst heeft staan. Je kunt je tijd nu eenmaal beter besteden – uitslapen, terras pakken, netflixen, om maar een paar van mijn eigen favorieten te noemen.
Bij mij is het echter meer dan huishoudontwijkend gedrag: ik kan écht niet overweg met een stofzuiger. Dat komt omdat ik gehandicapt ben. Tweeënvijftig jaar geleden werd ik veel te vroeg geboren en dat heeft geresulteerd in een hersenbeschadiging. Hierdoor heb ik cerebrale parese, een bewegingsstoornis die zich bij mij uit in een slecht evenwicht, moeite met lopen en spasticiteit in armen en benen. Gelukkig red ik me in het dagelijks leven prima, dankzij een rollator en een driewielfiets. Toch blijven er wel wat hindernissen over, zoals dus dat stofzuigen.
Redder in huishoudelijke nood
Vandaar dat ik ontzettend blij word als ik hoor dat ik een robotstofzuiger mag testen. En niet zomaar eentje, afgaande op de online reviews. Ik heb hier met de Rolls Royce onder de zuigende (én dweilende!) robots te maken: de Blaupunkt Bluebot XTREME. Op het moment dat de postbode het pakket komt afleveren, krijg ik een ouderwets sinterklaasgevoel. Als ware het pakjesavond is, stort ik me op het uitpakken van de gigantische doos met daarin hopelijk mijn redder in huishoudelijke nood. Ik vraag mijn man me te helpen met het in elkaar zetten, want dat is met licht spastische handen geen plezier. Ik ben letterlijk onhandig. Gelukkig heeft hij het in een tel gedaan: borstels erin, reservoir erop, klik-klik-klaar.
Na even laden is het tijd om de robot met mijn telefoon te verbinden, zodat ik ’m via de speciale Bluebot-app helemaal smart kan bedienen (maar hij werkt ook met de bijgeleverde afstandsbediening). Mijn echtgenoot tekent in de app nog wat areas in – ’s nachts niet de slaapkamers in bijvoorbeeld – en dan geven we de Bluebot een go. Hoewel Bluebot? Stiekem hebben we het apparaat al een naam gegeven, zoals we ook de broodrooster (Toos) en friteuse (Henk) gedoopt hebben. Deze robot heet Billy.
Verharende hond
En wow! Wat is Billy een topper. Ik klink bijna als een Tell Sell-reclame, maar ben oprecht heel erg enthousiast. Allereerst het gemak. Je drukt op je telefoon op ‘start’ en hij rijdt z’n ronde (in ons geval door een appartement van zo’n 70 m2, met marmoleum op de vloer). We hebben geen drempels, dus daar kan ik niet over oordelen, maar wel veel spullen en daar zwiert-ie zonder problemen om heen. Die areas instellen is trouwens geen vereiste, want ook op de auto-stand blijkt-ie prima te zien waar hij wel en niet door kan, en hij pakt de smalste stukjes mee. In zo’n drie kwartier is ons hele huis bijzonder zorgvuldig gezogen, en het stof reservoir heel eenvoudig geleegd.
Ook een groot pluspunt is z’n geluid. Dat is niet van het genre ‘lawaai-waar-je-bovenuit-moet-schreeuwen’, eerder een vriendelijk gezoem. Dat scheelt voor onszelf, maar ook voor Snoop Dogg, de hond van mijn jongste zoon. Vooraf was ik bang dat Snoop als de dood zou zijn voor deze ‘ronddraaiende ufo’, maar niets blijkt minder waar. Terwijl de robot z’n werk doet, ligt hij of relaxed in z’n mand, of hij volgt ’m geïnteresseerd, waarbij hij volkomen kalm blijft.
Rustig of niet; het beestje verhaart wel waanzinnig. Nog een reden om heel content te zijn met Billy, want die zuigt – met dank aan de dubbele borstels – elke haar zorgvuldig op. Sowieso ben ik zeer te spreken over de resultaten. De robot ziet met z’n laser geen millimeter over het hoofd, doet elke avond trouw z’n ronde en gaat dan geheel zelfstandig weer terug naar zijn oplaadstation. Heerlijk om weer eens met blote voeten te kunnen lopen zonder dat je het gevoel hebt in een harige zandbak te staan…
Hightech snufjes
Soms laten we hem zelfs een rondje voor ons dweilen. Beetje water in het dweilreservoir en de microvezeldoek neemt de vloer vochtig af. Eerlijk is eerlijk, het is geen grondige mopbeurt, maar om de boel een beetje bij te houden is het perfect.
Het moge duidelijk zijn: wij willen geen dag meer zonder Billy. Hij zuigt uitstekend en zit vol hightech snufjes. Zo kan hij hele schoonmaakroutes onthouden, kun je een timer instellen en praat hij af en toe vriendelijk, bijvoorbeeld als hij weer gaat opladen. Overigens kun je zelf een voorkeursstem instellen. Ook fijn is het strakke zwarte uiterlijk: ik vind dat Billy de design-factor heeft.
Maar dat zijn allemaal bijkomstigheden. Waar het voor mij om draait, is dit: het is zo relaxed om niet meer geërgerd en met kans op ongelukken de stofzuiger te hoeven pakken – en dat ook niet aan mijn man of zonen te moeten vragen. Zoals iedereen ben ik het liefst zelfredzaam, en dit apparaat draagt daar aan bij. Billy voelt eigenlijk een beetje als een mantelzorger. Eentje tegenover wie je je nooit bezwaard hoeft te voelen en die tevreden is met af en toe een klein beetje stroom. Heel luxe. Kan ik weer vaker uitslapen, terrasjes pakken en netflixen.
Leuk verhaal, klinkt goed! De designfactor is natuurlijk nooit weg!
Zeker! Schoon in alle opzichten!
“…daar zwiert-ie zonder problemen om heen” Ik zie het al helemaal voor me. 😀 Inspirerend stuk, Niki. Die Billy van jou klinkt als (vriendelijk zoemende) muziek in mijn oren.
ik geniet nu alweer maandenlang van z’n schone kunsten!
Leuk geschreven Niki
dank!